Leerhuis van de kerkvaders

Bloemlezing over de lectio

  1. De zeggingskracht van de woorden van de Schrift
  2. Let op hoe gij luistert naar het Woord
  3. Lezing van de Schrift en gebed
  4. Twee manieren van lezen
  5. Voorwaarden voor een vruchtbaar lezen van de Schrift
  6. De lezing, een licht op onze weg

« Terug naar het overzicht van de bloemlezing

1. De zeggingskracht van de woorden van de Schrift

Efrem de Syriër (306-373)

Uit het Commentaar op het Diatessaron. Vertaling uit het Syrisch door Kees den Biesen.

Wie vermag te vatten al wat verborgen ligt in één enkel woord van U? Want wat wij erin laten, overtreft hetgeen wij eruit halen, zoals dorstigen doen wanneer zij zich laven aan een bron. Want zijn Woord heeft vele perspectieven, evenals zij vele perspectieven hebben die het bestuderen. Hij heeft zijn Woord afgeschilderd met vele schoonheden, opdat ieder van hen die het bestuderen, dát kan beschouwen wat hem lief is. Hij heeft in zijn Woord alle schatten verborgen, opdat ieder van ons wordt verrijkt door hetgeen hij overweegt. Zijn Woord is als de Boom des Levens, die u van alle kanten zijn gezegende vruchten aanreikt. Het is als die rots, die in de woestijn werd geopend en aan alle kanten voor allen een geestelijke drank werd. “Zij aten namelijk een geestelijke spijs en dronken een geestelijke drank”.

Isaac de Syriër, II, 29

Zonder de leiding van de goddelijke boeken is het voor de geest niet mogelijk tot God te naderen.

Ibidem

De overweging van de Schriften is de eerste toegangspoort tot de wijsheid van de Geest en alle goddelijke kennis.

Isaac de Syriër, II, 3,1,67

Overweeg met smaak de Schriften die je de bedoeling van Gods schepping doen kennen, en die, op de tijd van het gebed, je geest trekken naar de verwondering.

2. Let op hoe gij luistert naar het Woord

Matta El-Maskîne (1919–2006)

Abt van het klooster van Macharius de Grote in de Wadi Natroun, Egypte. Uit La Communion d’amour, vertaling uit het Frans.

Alvorens de Schrift te lezen of het Woord van God te aanhoren, kijk naar uzelf om te zien waar het Woord terecht zal komen.

Luister naar de parabel van de zaaier: Lc. 8, 12-15.

Let dus op hoe gij luistert (Lc 8,18). Als het erom gaat naar het Evangelie te luisteren zijn er vier soorten luisteraars. Het vraagt niet veel uitleg, want de Heer Jezus zelf legt het uit. Let dus op, zegt Hij, hoe gij luistert. Is het met een hart dat de gehele dag in de straten rondslentert? Of met een hart dat geen diepte heeft, omdat het angst heeft stil te vallen en zo de kans zou krijgen om zijn leven te onderzoeken? Of met een hart dat er op bedacht is geld opzij te leggen om zo de toekomst te verzekeren? Of een hart dat altijd bezig is met ingebeelde zorgen?

Let dus op hoe gij het Evangelie beluistert! Het is alsof de Heer ons wil zeggen dat de mens eerder met zijn hart dan met zijn oren hoort. En dat het innerlijk leven van de mens reageert op Gods Woord door het ofwel te doden of door het te laten leven en gedijen.

Wie het Woord onder goede voorwaarden wil beluisteren, in een goed en edel hart wil begrijpen en bewaren, moet zijn hart innerlijk voorbereiden, opdat het Woord er veilig kan rusten en in dit hart trouw aan God vindt en vertrouwen in zijn woorden en beloften.

3. Lezing van de Schrift en gebed

Isaac de Syriër II, 29.

Vertaling uit het Frans, Leerhuis.

Het is evident dat de lezing de bron en de moeder is van het gebed. Dank zij haar worden wij meegenomen tot bij de liefde van God die, gelijkend op honing en honingraat, onophoudend haar zoetheid in onze harten uitgiet, terwijl onze ziel juicht om de smaak die de verborgen moeite en de lezing erin verspreiden.

Hieromtrent geef ik je een raad, aangepast aan de zwakken, en die hen met gemak zal doen vooruitgaan: gezeten werp je je neer op je aangezicht, terwijl je het boek in je handen houdt. Volhard in de smeking opdat de meditatie van de heilige tekst vermengd zou zijn met gebed. Op deze wijze zal het gebed zoet worden ter wille van de lezing en zal de lezing oplichten dank zij het gebed.

Isaac de Syriër II,1,31

Werp je vaak neer, met het boek in je hand, en zet zo je smekingen verder.De lezing van het Boek zal op die manier vermengd zijn met het gebed, en je zal licht ontvangen van beide zijden tegelijk, om opgetild te worden tot de heerlijkheden van de ziel.

Zo zal het gebed zoet voor je zijn ter wille van de lezing, en je zal op nieuwe wijze verlicht worden in je lezing door de sleutels van het gebed. Want het is met de hulp van het gebed dat de deur van de inzichten open gaat voor de Gedachte. En dat, van de weeromstuit, deze wonderlijke inzichten op nieuwe wijze het verlangen wekken om te bidden, in overeenstemming met de beschouwing in de lezing ontvangen.

Isaac de Syriër, II,3,2,13

De vlam die valt in het hart op het moment van het gebed: weet dat het de lezing is die haar doet kennen en gewaar worden, een kennis die de juiste waarheid in het volle licht plaatst. Als iemand nadert tot het gebed, is het de herinnering aan de veerkrachtige woorden over God, kort tevoren overwogen, die de geest ontvlamt, en die bidt omtrent de inzichten die hem deze woorden hebben aangereikt.

4. Twee manieren van lezen

Matta el Maskîne

Communion d’amour, p. 18. Vertaling Leerhuis.

Er zijn twee manieren van lezen.

In de eerste gebruikt de mens die leest zijn rede en verstand als rechter van de tekst; tracht hem te onderwerpen aan zijn eigen verstaan, verduidelijkt de zin ervan door hem te vergelijken met de reeds verworven kennis.

In de andere (manier van lezen) beschouwt de mens de tekst als superieur en tracht zijn rede er toe te brengen zich te onderwerpen aan de tekst. De tekst wordt zijn rechter en hij beschouwt hem als het absolute criterium.

Als de mens de Bijbel gaat lezen zoals hij een wetenschappelijk boek gaat lezen, wordt God kleiner in zijn verstand en in zijn gevoel; de Godheid krimpt, haar majesteit gaat verloren. De mens krijgt het gevoel van een ingebeelde superioriteit t.a.v. de goddelijke dingen, en dat is de dwaling waar Adam in viel.

5. Voorwaarden voor een vruchtbaar lezen van de Schrift

Isaac de Syriër

Uit: Hilarion Alfeyev, The Spititual World of Isaac the Syrian pp. 174-175. Vertaling Leerhuis.

De eerste vereiste voor gelijk welk soort lezing in de cel is dat het gebeurt in stilte en verstilling (van hart). Wees standvastig in het lezen, terwijl je in stilte woont, opdat je geest te allen tijde getrokken mag worden naar de diepe verwondering. Dat uw lezing geschiede in stilte, die door niets wordt gestoord.

De tweede vereiste is een verzamelde geest en afwezigheid van gedachten van buitenaf.

Wees vrij van alle zorg voor het lichaam en drukte vanwege vele zaken, zodat je, door het zoete verstaan van de betekenis van de Schrift, die alle smaken die je maar kan proeven te boven gaat, die zeer zoete smaak mag proeven in je ziel.

De derde vereiste is dat je bidt voor je begint te lezen.

Benader de woorden waarin de mysteries die in de Goddelijke Geschriften vertolkt zijn, niet zonder gebed en smeking van God om hulp, maar zeg: “Heer, verleen me om de kracht, die in deze woorden ligt, op het spoor te komen”. Beschouw gebed als de ware sleutel voor een waarachtig verstaan van de Schrift.

De overweging van de heilige boeken leert de ziel het gesprek met God.

6. De lezing, een licht op onze weg

Matta el Maskîne

La communion d’ amour, 17- 44, passim. Vertaling Leerhuis.

De meditatie (overweging) is de pedagoge die de mens bij de hand houdt om hem boven zichzelf uit te tillen. Zij is de lamp die het onderscheidingsvermogen voorlicht en zijn voeten met grote schreden naar de eeuwigheid richt.

Matta el Maskîne

Ibidem

De lezing blijft nutteloos, het verstaan onmachtig en de memorisatie is slechts herhaling van holle woorden als wij het gebod van de Heer niet gehoorzamen en het woord niet onze levensgezel wordt, wat het ons ook zou kosten aan offers, vermoeidheden, verlies of bekladding.

En de Heer zegt nog meer, Hij bevestigt dat wie deze woorden hoort en ze verstaat maar er niet naar handelt, een grote afbraak en een groot verlies zal ondergaan, zoals een mens die zijn huis heeft gebouwd op het zand: “Wie mijn woord hoort en er niet naar handelt zal zijn als een man, een dwaas, die zijn huis gebouwd heeft op het zand, het stort in.”

Het zou beter zijn dat hij nooit gebouwd had, nooit gehoord, geweten of geleerd van wat dan ook.

« Terug naar het overzicht van de bloemlezing