Leerhuis van de kerkvaders

Staretz Siluan over de Heilige Geest

Uit de geschriften van de H. Staretz Sulouan de Athoniet (+ 1938) Passim.

Over de genade va de Heilige Geest

Elke dag voeden wij ons lichaam en ademen we lucht in om te leven. Maar de ziel heeft de Heer en de genade van de Heilige Geest nodig, anders is de ziel dood. Zoals de zon de veldbloemen warmte geeft en tot leven wekt en deze zich naar hem oprichten, zo wordt ook de ziel die God liefheeft tot Hem aangetrokken en zij voelt zich gelukzalig in Hem en in haar grote vreugde verlangt zij dat alle mensen van ditzelfde geluk zouden kunnen genieten. De Heer heeft ons ook daartoe geschapen, dat wij eeuwig met Hem in liefde zouden verblijven in de hemelen.

Wanneer de ziel in de Heilige Geest is, is zij tevreden en verlangt niet naar het hemelse, want het Koninkrijk is binnen in ons: want de Heer is gekomen en heeft zijn intrek in ons genomen.

Gij, ons Licht, verlicht de ziel
om u onverzadigbaar te beminnen.
Gij neemt uw genade van mij weg
omdat mijn ziel niet altijd in de nederigheid verblijft.
maar Gij ziet hoe bedroefd ik ben
en ik smeek U: “Geef mij de nederige Heilige Geest”.

Wie de genade niet kent, die zoekt haar ook niet. Zo is de wereld vastgekleefd en de mensen weten niet dat niets op aarde de zoetheid van de Heilige Geest kan vervangen.

Een mens is machteloos om de geboden van God uit te voeren. Daarom is er ook gezegd: “Vraagt en u zal gegeven worden” (Mt 7, 7; Lk 11,9). Als wij niet vragen, kwellen wij onszelf en beroven onszelf van de genade van de Heilige Geest; en zonder de genade raakt de ziel in vele zaken verward omdat zij de wil van God niet begrijpt.

De Heilige Geest is wonderlijk zoet en aangenaam voor ziel en lichaam. Hij maakt de goddelijke liefde kenbaar en deze liefde is van de Heilige Geest.

Het is een wonder: door de Heilige Geest leert de mens zijn Heer en Schepper kennen;

Zoals de zon de gehele aarde verwarmt, zo verwarmt de genade van de Heilige Geest de ziel en beweegt haar om de Heer lief te hebben; en zij verlangt naar Hem en zoekt Hem onder tranen.

De Heer verheugt zich over de ziel die nederig berouw toont en Hij schenkt haar de genade van de Heilige Geest

De ziel die God heeft leren kennen in de Heilige Geest, strekt zich naar Hem uit; de gedachte aan Hem trekt haar sterk aan en zij vergeet de wereld gemakkeleijk. Maar wanneer zij zich de wereld herinnert, wenst zij vurig voor iedereen dezelfde genade en bidt zij voor de gehele wereld. De Heilige Geest Zelf beweegt haar ervoor te bidden, dat alle mensen rouwmoedig worden, God leren kennen en weten hoe barmhartig Hij is.

Geen kennis van God tenzij in de Heilige Geest

Enkel de mens aan wie de Heer de Heilige Geest geeft, kan door Hem de goddelijke liefde leren kennen.

Plotseling ziet de ziel de Heer en herkent Hem. Wie zal deze vreugde en blijdschap beschrijven?
De Heer wordt gekend in de Heilige Geest en de Heilige Geest woont in de gehele mens: in zijn ziel, in zijn geest en in zijn lichaam.
De Heer is liefde. Hij heeft ons opgedragen elkaar lief te hebben en onze vijanden lief te hebben; de Heilige Geest leert ons deze liefde.
De ziel die de Heilige Geest niet heeft leren kennen, begrijpt niet hoe men zijn vijanden kan liefhebben en neemt dit gebod niet aan. Maar de Heer heeft medelijden met alle mensen en wie mèt de Heer wil zijn, moet zijn vijanden liefhebben.
Wie de Heer heeft leren kennen door de Heilige Geest, gaat op de Heer lijken, zoals Johannes de Theoloog gezegd heeft: “ En wij zullen aan Hem gelijk zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is” (1Joh 3,2) en wij zullen zijn heerlijkheid zien.

De liefde van de Heer kan op geen andere wijze worden gekend dan door de Heilige Geest; maar de vreedzame ziel die haar geweten rein bewaart, leert God uit de schepping kennen, dat Hij de hemel en de aarde geschapen heeft. Maar ook dit is het werk van de genade, zelfs al is het nog maar zwak; zonder de genade kan onze geest God niet leren kennen, maar wordt ze steeds aangetrokken tot aardse zaken: tot rijkdom, tot eer en tot genoegens.

In het algemeen kan eenieder van ons God slechts beschouwen in de mate waarin Hij de Heilige Geest heeft leren kennen; want hoe zouden we over iets kunnen denken en oordelen dat we noch gezien noch gehoord, noch gekend hebben.

De barmhartige Heer heeft de Heilige Geest op aarde gegeven en door de Heilige Geest is de Heilige Kerk gegrondvest
De Heilige Geest heeft ons niet slechts het aardse maar ook het hemelse ontsluierd.
Door de Heilige Geest hebben wij de liefde van de Heer leren kennen. De liefde van de Heer is vurig. De heilige apostelen, die vervuld waren van die liefde, zijn de gehele wereld rondgetrokken en hun geest dorstte ernaar dat alle mensen de Heer zouden leren kennen.
De profeten, Gods lievelingen, zijn in de Heilige Geest verzoet en daarom was hun woord krachtig en aangenaam, want iedere ziel wilde het woord van de Heer horen.
O Wonder! de Heer heeft zelfs mij, die een groot zondaar ben, niet veracht maar Hij heeft mij door de Heilige Geest verleend Hem te leren kennen.

Op onzichtbare wijze geeft de Heilige Geest aan de ziel kennis. De ziel vindt rust in de Heilige Geest. De Heilige Geest verblijdt de ziel en geeft haar vreugde op aarde. Door de Heilige Geest hebben wij geleerd om Gods liefde te leren kennen, maar daarboven, in de hemel zal zij volmaakt zijn.

Toen de Heilige Geest neerdaalde op de apostelen, hebben zij uit ervaring geleerd, wat de liefde voor God is en wat de liefde voor de mens is.

Heer, verleen aan allen
u te leren kennen door de Heilige Geest.
Zoals Gij aan de apostelen de Heilige Geest hebt gegeven
en zij u leerden kennen,
verleen zo aan alle mensen
om u te leren kennen in de Heilige Geest.

« Terug naar het overzicht van de bloemlezing